Fotografie : Hannes

Rondom het digitaal in blokken rijden bestaan nog vaak wat mistverstanden. Dit komt omdat de term zowel voor Digitaal als Analoog modelspoor gebruikt wordt.

Op een analoge modelspoorbaan zijn blokken geïsoleerde stukken rails die gebruikt worden om meerdere treinen te kunnen sturen. De rijspanning in deze blokken kan aangepast worden door losse transformators of zelfs uitgeschakeld worden met een. Uiteraard is de functionaliteit ver uit te breiden d.m.v. diverse schakelingen en begint dit al te lijken op het automatiseren van de modelspoorbaan.

Op de digitale modelspoorbaan is een blok niet helemaal geïsoleerd. Maar dienen de blokken om te detecteren waar de modeltreinen zich op dat moment bevinden. Met deze informatie kan het digitale systeem vervolgens weer een signaal naar de trein sturen wat de basis is van een geautomatiseerde baan.

Blokken op de digitale baan worden gecreëerd door zogenaamde bezetmelders aan te brengen. De melding vindt plaats doormiddel van Massadetectie (3-rail) of Stroomdetectie (2-rail) maar er kan ook gebruik worden gemaakt van een reedcontact of magneetschakelaar, maar deze laatste twee methodes zijn minder betrouwbaar.

De bezetmelder geeft vervolgens een signaal aan de Terugmelddecoder (die eigenlijk een encoder is aangezien hij de bezetmelding omzet naar een door de centrale te lezen signaal). 

Terugmelddecoders zijn zowel los te koop als met bezetmelders ingebouwd, waardoor je dus enkel de terugmelddecoder nodig hebt. 

Op terugmelddecoders zijn vaak meerdere geïsoleerde spoorsecties aan te sluiten, die dan opeenvolgende adressen van de decoder krijgen, waarmee je op de centrale op computer kunt werken.

Terugmeldingsdecoders zijn o.a. te koop bij Conrad.

Blokken op de digitale baan zijn baanvakken die verdeeld zijn in 2 of 3 secties. Bij voorkeur 3 secties: Aanmeldsectie, Afremsectie en een Stopsectie, deze secties voorzie je dus van een bezetmelder, die vervolgens weer aan de centrale aangesloten is.

* Belangrijk is dat de totale lengte van het baanvak / blok langer is dan de lengte van jouw langste modeltrein.

Nu dit aangesloten is geeft een terugmelddecoder dus een melding aan de centrale als er een trein in het baanvak bevindt. Je kunt handmatig reageren op de meldingen door de treinen te sturen, maar de reden waarom de meeste hobbyisten kiezen voor blokken is omdat ze hun modeltreinen willen automatiseren.

Op de nieuwste generatie digitale centrale’s kun je vaak al een stuk automatisering doen. Maar in veel gevallen gaat het automatiseren via de computer met een programma zo als koploper. In een dergelijk programma kun je “regels” toevoegen voor wat er moet gebeuren als een trein in een bepaald baan vak is. En zo kun je dus de gehel baan automaiseren.

In dit hele verhaal hebben we het echter nog niet over seinen gehad, seinen voeren op de digitale baan namelijk in tegen stelling tot seinen op een analoge baan geen actieve rol in het hele blokken verhaal. Als je seinen op een digitalebaan hebt kun je deze ook aansluiten op de centrale, en zo zal een sein op rood gaan als een blok niet ingereden mag worden. Maar het is dus niet de sein die er voor zorgt dat de trein dit blok niet in kan rijden. Je zou dus kunnen zeggen dat seinen op een digitale baan “voor de sier” zijn.

Blokken maken in de praktijk

Nu dat je weet hoe blokken op de digitale baan werken, is het tijd om te kijken hoe je dit zelf in de praktijk kunt gaan toepassen. Allereerst moet je je realiseren dat blokken niet goedkoop zijn en ook aardig wat bedrading met zich meebrengen. Voor de een klinkt dit niet als de definitie van plezier in de hobby hebben, en voor de ander klinkt dit als een leuke uitdaging. Kijk dus vooral of je er plezier in hebt om blokken te gaan realiseren.

Voordat je de blokken daadwerkelijk op de baan aan gaat brengen, is het van belang vooraf te weten welk besturingsprogramma je gaat gebruiken, zodat dit systeem leidend is voor de keuze van terugmelddecoders en niet andersom.

Nu je weet met wat je ongeveer gaat werken is het tijd om een inventarisatie te maken van hoeveel materiaal je nodig hebt. Pak je baanplan erbij en teken de blokken uit, en deel deze weer op in secties en geef ook de punten aan waar de bezetmelders moeten komen en hoe de bedrading ongeveer zal lopen.

Tijdens het uitschetsen van de blokken, kom je al gauw achter eventuele problemen die zich voor kunnen gaan doen. Zo is het van belang om van te voren te bepalen of een blok in twee richtingen kan worden gebruikt (dus dat de inrijsectie in de andere richting de stopsectie wordt).

Nadat je tevreden bent met de blokken op papier is het tijd om het in de praktijk te gaan brengen. Afhankelijk van het type bezetmelder is het nu tijd om rails te gaan isoleren, draden te trekken en de boel te testen!

Mocht je jouw ervaring willen delen, of een andere reactie achterlaten dan kan dat hieronder
.

Meer weten over Digitaal Modelspoor ? kijk dan eens naar de cursus Digitaal Modelspoor.