In het stoomtijdperk hadden de rijtuigen en goederenwagons geen remmen op de wielen. Om te voorkomen dat bij het afremmen van de locomotief de sleep wagens achter hem door hun gewicht het remmen weer teniet zouden doen, werd achteraan de sleep een rijtuig of een goederenwagon geplaatst die wél over een remsysteem beschikte.

Deze remmen werden aangedraaid via een wiel en koppelstangen vanuit een aparte opbouw achteraan het rijtuig of de wagon. Daarin reed een ‘remmer’ mee, die op aanwijzingen van de machinist (met fluitsignalen van de stoomfluit) de remmen aandraaide of juist weer losdraaide. Op die manier werd voorkomen dat de sleep voertuigen de lok ging opduwen.

Remmershuisje op couperijtuig Fleischmann

Foto: De meest bekende reizigerstreinen bestonden uit coupérijtuigen. Fleischmann levert een coupérijtuig met remmershuisje.