Wat is er nu mooier dan modeltreinen die vloeiend optrekken, mooi stabiel op snelheid rijden en vervolgens weer soepel afremmen ?

Helaas is de realiteit voor veel van ons anders… Stotterende, schokkende modeltreinen, modeltreinen met wisselende snelheden of zelfs modeltreinen die niet in beweging komen!

Zeker na de zomer periode waarin de meeste modelspoorbanen minder intensief gebruikt worden, doen dergelijke problemen weer de kop op.

7 tips voor soepel lopende modeltreinen

In dit artikel 7 tips om jouw modeltreinen soep te laten rijden:

1. Modeltreinen of modelspoorbaan ?

Bij de diagnose van een probleem, is het belangrijk eerst de bron op te sporen. Om deze vervolgens aan te kunnen pakken en zo het probleem te verhelpen.

De eerste stap in de diagnose van “minder soepel rijdende treinen” is kijken of de oorzaak bij de baan of de treinen ligt.

Als alle modeltreinen dezelfde problemen op dezelfde plekken hebben, dan is de kans groot dat de baan de boosdoener is. Hebben slechts enkele of maar één modeltrein problemen dan ligt het waarschijnlijk aan deze individuele treinen.

2. Rails schoonmaken

Als meerdere modeltreinen niet meer soepel rijden. Is de kans dus groot dat de storing in de baan zit. Een eerste stap in het oplossen hiervan is het schoonmaken van de rails.

Rails die stoffig is of rails met vettigheid / smeer geleiden minder goed en kunnen zorgen voor storend rijgedrag van de modeltreinen.

modelspoor_rails_schoonmaken

Zeker op een digitale modelspoorbaan kunnen er nog wel eens vage storingen opdoen bij onvoldoende geleidende rails. Dit komt omdat bij digitaal modelspoor niet alleen de spanning van belang is, maar ook het digitale signaal wat meegestuurd wordt.

Hoe je de rails op de modelspoorbaan schoon kunt maken lees je in dit artikel over modeltreinen onderhoud.

3. Raillassen

De meeste modelspoorbanen in Nederland zijn gemaakt met rails die in secties gelegd worden (rechte stukken, bochten, wissels). Deze secties worden aan elkaar gemaakt door een schuif systeem of worden verbonden door middel van raillassen.

Vooral bij 2-rail / gelijkstroom (lees hier het verschilt tussen 2 en 3-rail) spelen de verbindingen tussen de stukken rails een belangrijke rol. Deze geven namelijk de stroom aan elkaar door. Als er ergens verbinding tussen 2 stukken rails is losgekomen (bijvoorbeeld door trillingen van het rijden) dan zal er dus een spanningsverlies optreden.

Daarom is het aan te raden de raillassen te solderen. In dit artikel lees je hoe je secties rails aan elkaar kunt solderen.

4. Voedingsdraden

Maar de verbinding van de secties rails onderling zijn niet het hele verhaal… Want hoewel de rails geleidend is, vindt er toch altijd spanningsverlies plaats.

In het kort komt het erop neer dat vanaf de aansluiting van de rails met de voedingsdraden de stroom zwakker wordt. Om dit effect tegen te gaan is het dan ook aan te raden om meer voedingsdraden te maken.

voedingsdraden_modelspoorbaan

In het eerder genoemde artikel over solderen, lees je ook hoe je voedingsdraden soldeert.

5. Check de capaciteit

Te weinig spanning op de modelspoorbaan komt echter niet altijd door slechte verbindingen. Het kan ook simpelweg komen doordat er te weinig capaciteit is.

Op een analoge baan is dit vaak duidelijk te merken. Als er meerdere treinen rijden op één transformator gaat de snelheid omlaag.

Op de digitale baan kan zelfs voorkomen dat de treinen niet gaan rijden. Dit komt dan doordat het digitale signaal niet meer goed over de baan wordt verspreid.

Vaak lost een extra voeding voor wissels, lampjes en andere accessoires al een hoop op. Heb je echter op de digitale modelspoorbaan nog steeds te weinig capaciteit, dan heb je een booster nodig. Een booster versterkt het digitale signaal en zorgt ervoor dat een grotere modelspoorbaan van voldoende “digitale spanning” voorzien kan worden.

Het berekenen van de capaciteit voor een digitale baan, en veel meer tips vind je in de cursus Digitaal Modelspoor.

6. Wielen schoonmaken

modeltrein_wielen_schoonmaken

Maar als er slechts één of enkele modeltreinen problemen hebben, dan kan de oorzaak wel eens bij deze treinen liggen.

De eerste stap bij de diagnose van een modeltrein is het schoonmaken van de wielen. Bij 2-rail leiden deze immers de stroom naar het motortje.

Het schoonmaken van de wielen kan met een doekje en een klein beetje wasbenzine. Locs met meerdere aangedreven wielen kun je met een paar wielen op een stuk rails houden en vervolgens met een doekje langs de wielen gaan.

Sleepcontacten bij 3-rail zijn minder gevoelig voor vuil, maar kunnen na veel gebruik wel doorslijten, dan moeten ze simpelweg vervangen worden.

7. Is de baan te steil ?

Als er een (te) steile sectie in de baan zit, kan dit ook voor problemen zorgen. De modeltreinen zullen op de helling moeite hebben om naar boven te komen. Dit kun je herkennen aan verminderde snelheid en slippende wielen.

Maar ook indirect kan een steile helling zorgen voor minder soepel rijdende treinen. Treinen die een steile helling op moeten rijden, worden namelijk zwaarder belast. Deze zware belasting zorgt dat de motortjes harder slijten, wat weer kan lijden tot storingen.

Meer over hellingen en het maximale stijgingspercentage dat je kunt gebruiken op een modelspoorbaan, lees je in dit artikel over stijgingspercentages op de modelspoorbaan.

Conclusie

Als de modeltreinen niet meer soepel rijden, is de eerste stap een diagnose. Vervolgens is onderhoud aan de mogelijke bron van het probleem een volgende stap. Als dat niet helpt kunt je verder gaan zoeken naar storingen door de zwakste schakels in het systeem te checken (raillassen, voedingsdraden).

Maar natuurlijk is het bouwen van een goede basis ook belangrijk, om problemen te voorkomen. In mijn e-boek, leer je stap-voor-stap alle onderdelen van een modelspoorbaan maken.

Door vanaf het begin tot einde alles goed in elkaar te zetten en vervolgens goed onderhoud te plegen minimaliseer je storingen op de modelspoorbaan.