Solderen

Het bouwen van een modelspoorbaan bestaat uit veel facetten. De een is goed in elektra terwijl de ander weer de mooiste scenery kan maken. Uiteindelijk draait het om het plezier hebben in de hobby en een resultaat opleveren waar jij tevreden mee bent.

Een van de vaardigheden die de modelspoorhobby leuker en gemakkelijker zal maken,  is het (goed) kunnen solderen. Solderen is iets waar je niet onder uit kunt tijdens het bouwen van een modelspoorbaan. Daarom in dit artikel een aantal tips om je op weg te helpen met het solderen.

Materiaal

De soldeerbout
Een simpele 30 watts soldeerbout is voor modelspoor-gebruik meestal wel voldoende. Voor de dikkere draden (die je niet veel zult hebben) is een 50 à 60 watts soldeerbout aan te raden. Het type soldeerbout dat het gemakkelijkste werkt, is het type met een punt. Het verschil tussen de goedkopere en de duurdere soldeerbouten is meestal de tijd die benodigd is voor de bout om op te warmen. Daarnaast de kwaliteit en  duurzaamheid van het materiaal waaruit de bout is opgebouwd.

Soldeertin

Het soldeertin dat voor modelspoordoeleinde het beste werkt, is de variant met harskern. Uiteraard raad ik je aan om loodvrije soldeer te gebruiken (hoewel soldeertin met lood niet meer verkocht wordt). Maar er kan ergens nog een rolletje loodhoudende soldeertin rondzwerven… Koop de soldeertin ook op een rolletje en met een niet al te dikke draad. Hoewel de dikte van het draad een stukje persoonlijke voorkeur zal zijn, zul je merken dat het solderen met een dunne draad voor de modelspoorhobby erg prettig werkt.

Flux
Flux of vloeimiddel zorgt ervoor dat het soldeertin beter vloeit en beter hecht. Persoonlijk gebruik ik het niet vaak. Maar het kan soms handig zijn wanneer solderen zonder flux niet goed lukt.
Flux wordt met het solderen van printplaatjes wel vaker gebruikt. Vooral wanneer het gaat om het wijzigen van een bestaande printplaat. Het gebruik van het zogeheten S39 (een vloeimiddel dat gebruikt wordt voor het solderen van waterleidingen) wordt afgeraden voor gebruik in de modelbouw omdat het corrosie kan bevorderen.

Voor het solderen van micro ledjes kun je het beste even het volgende filmpje bekijken:

Sponsje
Vaak wordt het sponsje bij de soldeerbout geleverd maar als dat niet het geval is, kun je zelf een stukje spons nat maken en dit gebruiken om de soldeerbout mee schoon te maken.

Soldeerbouthouder
Ook een houder wordt vaak bij de soldeerbout geleverd en is eigenlijk onmisbaar! Immers wanneer je iets hebt gesoldeerd, is de punt (nog) warm en wanneer je dan de bout lukraak neerlegt, loop je het risico dat de hete punt iets beschadigt of dat je zelf per ongeluk in de hete punt grijpt. Door de bout op de houder te leggen, voorkom je dit soort vervelende zaken.

Klemmetjes
Voor wat ze kosten, zijn deze klemmetjes gewoon erg handig om dingen in vast te zetten. Zeker voor dingen die heet worden, is dat wel zo handig.

Draden aan elkaar solderen

Om twee uiteinde (of 3 als je een T verbinding maakt) aan elkaar te solderen, draai je eerst de gestripte uiteindes samen zodat een goed vastzittende draad otstaat.  Vervolgens houd je de (opgewarmde) soldeerbout tegen het koperdraad aan zodat deze draad ook warm wordt. Zodra de draden warm zijn, breng je het soldeertin tegen de verbinding aan. Wanneer het soldeertin gaat vloeien, haal je de bout en het soldeertin weg en laat je de verbinding nog even afkoelen. Je hebt u een vertinde draad die je kunt beschouwen als één complete massa.

Vervolgens wikkel je de verbinding in een beetje isolatie tape, of – nog beter –  je doet er een krimpkousje omheen. De krimpkous met je wel van te voren al over het draad schuiven omdat dit niet meer lukt na het solderen.

In onderstaande video zie je een voorbeeld van het solderen van draden:

Voedingsdraden voor de rails

Door meerdere voedingsdraden op meer plaatsen aan te sluiten dan op één  aansluitrail, zorg je ervoor dat de stroomvoorziening beter is en de treinen dus beter lopen. En in het geval je digitaal gaat rijden, zorg je voor een beter digitaal signaal en dus minder kans op storingen.

De gemakkelijkste manier van werken is met een ringleiding onder de treintafel en voedingsdraden die aan de buitenste zijkant van de rails door een gaatje in de tafel omhoog komen. Strip vervolgens een stukje van dit draad en vertin het gestripte stukje. Buig vervolgens het vertinde gedeelte van de draad zodat je een omgedraaide L krijgt naar het spoor toe.

Vertin vervolgens ook de zijkant van het spoor waar de aansluiting moet komen. Het is belangrijk om van te voren de rails goed schoon te maken. Mocht ondanks goed schoonmaken het soldeertin niet blijven zitten, gebruik dan een beetje flux of probeer de rails licht op te schuren.

Leg nu het gebogen draadje op het vertinde gedeelte van de rails en smelt het samen. Doordat je deze las aan de buitenkant van de rails maakt, zorg je er voor dat de wielen van de treinen niet tegen deze verbinding aankomen!

Soms zegt een video meer dan tekst, daarom onderstaande You Tube video:

Raillassen solderen

Naast het solderen van voedingsdraden voor een beter signaal, is het ook een goed idee om de railverbindingen te solderen. Met name voorkomt dit het lostrillen van rails die met raillassen (railschoentjes) aan elkaar zijn verbonden en zorgt het voor een betere elektrische verbinding.

Het vertinnen van de raillassen gaat als volgt in zijn werk. Je verbindt allereerst de twee secties rails met een raillas en vervolgens haal je (bij voorkeur 2 of 3) bielzen uit beide secties weg. Dit om te voorkomen dat deze bielzen verbranden. Vervolgens houd je de soldeerbout tegen de las aan zodra deze heet genoeg is om het soldeertin te laten vloeien. Op het moment dat het soldeertin gaat vloeien, trek je met het tin een streep over de las en trek je ook de soldeerbout weg. Eventuele foutjes kun je nog corrigeren door de las opnieuw te verhitten. Doe dit aan beide rails en nadat het soldeertin is afgekoeld, kun je het nog eventjes afschuren. Test vervolgens met een wagon of de wielen de las niet raken.

In deze video zie je goed hoe je een raillas netjes kunt vertinnen (vanaf 2:58) :

Afsluitende tips

Nu je weet hoe je  op de modelspoorbaan kunt solderen en welk materiaal je nodig hebt, geef ik nog een aantal afsluitende tips voordat je aan de slag kunt gaan. Maak de punt van de soldeerbout iedere keer goed schoon, schraap oude tin eraf en schuur de punt ietsjes op.

Vertin de punt van de soldeerbouw met een klein beetje soldeertin, dit zorgt er voor dat de warmte beter wordt overgebracht en dat de punt minder snel verbrandt / slijt.

Maak de punt regelmatig schoon op het vochtige sponsje.

Maak de te solderen opervlakken goed schoon met een vetverwijderend middel of een schuurpapiertje, anders blijft het soldeertin niet “plakken”.

Gebruik zo min mogelijk soldeertin, zie soldeertin als lijm. Het is enkel bedoeld om materiaal te verbinden!

Van lezers zijn de volgende tips:

In het filmpje wordt een bout met een stompe punt gebruikt. Ik prefereer een bout van 30 watt met een zogenoemde pencilstift van her merk ERSA. Voor klein werk, bijvoorbeeld aan een printplaatje, heb ik een 15 watt boutje van het merk ANTEX met een heel dun stiftje. Het nadeel is dat dit gemakkelijk kan breken. Maar dan kan het vervangen worden door een messing spijker van 2 mm dik. Even een gaatje boren, spijker in het gaatje en het busje stevig om het element schuiven. Door het solderen loopt de overgebleven ruimte tussen spijker en busje vol met soldeertin.
Railvoedingen soldeer ik aan de raillassen. Dit voorkomt het smelten van de plastic biels (vooral bij een N baan).

Gebruik voor de verhitting van de krimpkous een oude föhn. Bewerk de punt van de soldeerbout af en toe met een hamertje (als het ware smeden). Hij wordt dan harder, gladder en slijt niet zo snel.

Houdt de soldeerlas stil tot het soldeertin hard is, dit kun je zien doordat de las glimmend blijft.

Het solderen van draden aan de rails levert bij gebruik van wat dikkere diameter een storend element op. Vooraf plannen en dan pas uitvoeren, hoort hier ook thuis. Dus ik soldeer voedingsdraden met name aan de onderzijde van de vrijgemaakte rail, buig de twee draden (links en rechts) naar het midden en voer dit door de bodem af. Bij het later afwerken van de baan met ballastmateriaal zie je geen storende niet realistische draadcontacten.

Wanneer je flexibele rails gaat solderen, is het essentieel dat dit in rechte toestand gebeurt. Anders krijg je een knikje door de veerspanning van de flexibele rails. Zet gebogen flexibele rail dus eerst vast tot aan de soldeerlas en pas nadat je er recht tegenaan hebt gesoldeerd kun je het volgende stuk (inclusief de las) weer verder buigen. Let er wel op dat de las na het verder buigen bij de juiste dwarsligger uitkomt.

Als je om een of andere reden (bijvoorbeeld omdat een deeltraject opnieuw aangelegd wordt) een laatste las in een verder al aangelegd, gebogen traject moet aanbrengen dien je de boog waarin de las komt, na het passen en op maat afzagen, tijdelijk vast te spijkeren in een bepaalde vorm. Deze kun je beschouwen als “wijdere boog – scherpere boog – recht stuk met dan halverwege de las en vervolgens weer de scherpere boog – de wijdere boog. Zo’n vorm ontstaat bijna vanzelf wanneer je het stukje rails met de las recht ‘dwingt’. Na het solderen kun je alsnog de mooie geleidelijke flauwe boog maken die je eigenlijk wilde. Het verschil in lengte van de rails binnenbocht en buitenbocht blijft namelijk hetzelfde.

Zelf nog soldeertips / ervaringen ?

Laat het hieronder even weten!