Modelspoor wissels bieden je de mogelijkheid om te “wisselen” van traject op de modelspoorbaan. De modelspoor wissel is eigenlijk een recht stuk spoor en een bocht inéén. Afhankelijk van de stand van de wissel zal de modeltrein over het rechte stuk spoor rijden of over de bocht.

Hoe werken modelspoor wissels ?

De stand van de wissel is eigenlijk de stang van de wisseltongen. De wisseltongen zijn verbonden met de stelbiels. De stelbiels is een bewegende biels die dus twee standen kent. Deze stand kan met de hand worden ingesteld of worden aangestuurd door de wisselaandrijving.

Modelspoor wissels - onderdelen

Als de trein door de wisseltongen heen rijdt is het belangrijk dat vanaf het puntstuk de juiste rails gevolgd wordt. De strijkregels drukken op dit punt de buitenste wielen dan ook tegen de spoorstaaf waardoor de trein de juiste spoorstaven volgt.

Werking van wissels

Werking van een wissel (By Emdx)

Overigens is het bij gelijkstroom (Roco, Fleischmann wissels e.d.) belangrijk om het puntstuk van stroom te voorzien. Anders bestaat er de kans dat de trein stil komt te staan op de wissel. Omdat afhankelijk van stand van de wissel, de min of plus-pool op het puntstuk wordt aangesloten wordt er ook wel gesproken van het polariseren van het puntstuk.

Bij Märklin wissels (wisselstroom) hoef je dit dus niet te doen, omdat de stroom-toevoer via de punt-contacten tussen de rails gaat en niet via spoorstaven.

Wisselaandrijving

Op een baan met meerdere wissels is het al snel onmogelijk om deze handmatig om te zetten. Om dit op afstand te kunnen doen, dienen de wissels voorzien te worden van wisselaandrijving. Een wisselaandrijving zet de stand van de wissel om door de stelbiels te verplaatsen. Zo kan de wisselaandrijving bijvoorbeeld onder de modelspoorbaan met een ijzer staafje met de stelbiels verbonden zijn en deze zo omzetten.

Het omzetten kan op verschillende manieren. Zo bieden de meeste grote fabrikanten (zoals Marklin en Fleischmann) een wisselaandrijving met magneetspoel aan. Dit type wisselaandrijvingen zijn te herkennen de “klap” waarmee ze de wissel omzetten. Dit en ook het feit dat deze aandrijvingen niet heel berijfszeker zijn maakt ze niet heel populair. Het voordeel is echter wel dat ze makkelijk aan te sluiten zijn.

Een realistische manier van een wissel omzetten is met een elektromotor of servomotor. De wissel wordt dan gelijkmatiger omgezet. Er zijn zelfs varianten waarbij de elektromotor de wisselton permanent tegen de spoorstaaf aangedrukt houdt.

Wisseldecoder aansluiten

Als je gebruikt maakt van een wisselaandrijving wil je deze natuurlijk op afstand kunnen aansturen. Nu kan dit op de analoge modelspoorbaan door de wisselandrijving op een schakelaar aan te sluiten, waarmee je de stand van de wissel bepaald.

Wil je de wissel echter digitaal aansturen, dan zul je deze moeten voorzien van een wisseldecoder. De wisseldecoder zet het digitale signaal – afkomstig uit de digitale centrale – om in de elektrische impuls die de wisselaandrijving nodig heeft. Afhankelijk van de wisselaandrijving heb je dus wisseldecoder nodig die geschikt is om deze aan te sturen.

Veel wisseldecoders hebben meerdere uitgangen. Zo kun je meerdere wissels aansluiten op deze decoder en deze allemaal vanuit de digitale centrale aansluiten.

Wil je meer leren over wissels, wisselandrijvingen, het leggen van rails en alle andere zaken die komen kijken bij de bouw van een modelspoorbaan ? Dan heb ik goed nieuws… mijn nieuwe boek is binnen!

Ga nu naar deze pagina: www.modeltreinen.org/handboek/ en zorg dat je er als eerste bij bent!