Foto 001

Het zelf bouwen van een silo met storttoren – waarvan de stortbeveiliging wordt geregeld met een servomotor, bestuurd via een infrarood sensor – is niet alleen leuk maar ook kostenbesparend. Voor deze bouw maken we gebruik van een aantal modules, die apart zullen worden beschreven.
Lees voordat je begint, eerst de hele beschrijving door. Dit vormt je een beeld van de bouw en waar de benodigde onderdelen moeten komen.
Dir artikel bevat:
1 – Bouwbeschrijving van de storttoren
2 – Het maken van ronde stortkorrels van boetseerklei
3 – De stortwagens geschikt maken voor de sensor
4 – Montage van de servomotor (aangeschaft via www.aliexpress.com)
5 – Montage van de sensor (aangeschaft via www.aliexpress.com)
6 – Schema van de servomotor met LED’s en sensor

1 – Bouwbeschrijving van de storttoren

Benodigdheden:
• Silo storttoren. Kijk eens op modelbeurzen, in modeltreinwinkels, op marktplaats of e-Bay naar een geschikte toren als bouwdoos. De toren die in dit artikel wordt beschreven, is als ‘tweedehands’ bouwdoos aangeschaft op een modelbeurs in de grootte van spoor N (schaal 1:162). Voor H0 kun je een soortgelijke toren zoeken en ook in TT.
• Valluik – wordt nader beschreven.
• Onderbouw van de toren. Deze bestaat uit 3 x 3 mm (dikte x breedte) balkjes hout, wat je kunt aanschaffen in modelbouwzaken (veelal balsahout). De lengte ervan wordt tijdens de bouw proefondervindelijk vastgesteld.
• Een asje met een doorsnede van 3 mm (mag dikker zijn, indien gewenst) wat je bijvoorbeeld kunt bestellen bij www.aduis.nl
• Zwart garen – liefst ijzergaren – om het valluik te openen.
• Grijze verf (mag een klein potje modelbouw verf zijn maar ook een restje uit een groot blik dat je voor andere doeleinden had gekocht).
• LED’s voor de deurverlichting en de verlichting bij het valluik. Verkrijgbaar via www.ledsbuy.nl
• Messing pijpjes van 3 mm doorsnede.
• Deksel van een kabelgoot (bouwmarkt).
• Klein plaatje aluminium (verkrijgbaar in de bouwmarkt).
• Stukjes plastic uit de rommeldoos.
• Stevig karton voor de trechter.
• Aluminium folie uit de keukenvoorraad.
• Een stalen veertje uit bijvoorbeeld een afgedankte ballpoint.
• Een metalen wieltje voor de geleiding van het garen uit de rommeldoos.
• Printplaat en servomotor (zie tekst in het artikel).
• Boormachine en schroeven.
• Optioneel: een plaatje triplex als tafelblad.
• Zie module 10 voor de benodigdheden voor de servo aansturing.

De silostorttoren is dus aangeschaft. Op de foto zie je een N-spoor exemplaar.

Foto 002 (wil je deze foto en de volgende foto’s zien, ga dan naar www.Modeltreinenclub.nl)

Deze toren is 10 cm hoog. In H0 zal hij circa 20 cm hoog zijn. Is het hoe dan ook mogelijk redelijk veel stortgoed in de toren op te slaan. Let er op dat de toren aan de onderzijde een open onderbouw krijgt. Deze is bedoeld om de goederenwagons, waarin het stortgoed geladen wordt, doorgang te verlenen. Voor N-spoor is deze doorgang 3 cm hoog. In H0 wordt dit 7 cm.
Ga je de storttoren gebruiken aan een havenkade en bouw je hem dus ‘hangend’ boven het water – om een vrachtschip er onder te kunnen aanleggen – dan zul je de silo een tweede bouwwerk moeten geven dat bedoeld is om hem stevig op de kade te verankeren. Dit bouwwerk kan tevens dienstdoen als aanvoersilo voor stortgoed (bijvoorbeeld vanuit vrachtwagens via een perspijp maar ook vanuit treinwagons via een zuigpijp), waardoor je een tweede silogebouw (nu met open onderbouw) kunt toepassen. Op de foto zie je het gebruik van een enkele silo.

2 – Bouwbeschrijving van het valluik

Het valluik wordt gemaakt van een deksel van een kabelgoot. Zo’n deksel kun je in verschillende afmetingen verkrijgen in de bouwmarkt (afdeling elektra). Voor N-spoor neem je een deksel van 2 cm breed. Voor H0 een deksel van minimaal 4, bij voorkeur 5 cm breed.

Foto 003

In het deksel wordt een gat gezaagd. Op de volgende foto zie je waar en hoe. Maak van een stukje overtollig plastic een plaatje dat horizontaal in de kabelgoot gaan schuiven en dat het gat afdicht of juist opent. De afmetingen moet je proefondervindelijk vaststellen bij het bouwen. Voor N-spoor zal het kleiner zijn dan voor H0 (of TT).

Foto 004


Om het plaatje horizontaal te kunnen laten bewegen, wordt het voorzien van een klein strookje plastic waarin twee kleine gaatjes worden geboord. In deze gaatjes wordt het ijzergaren aangebracht, dat naar de servomotor gaat. De horizontale beweging wordt aan één zijde geblokkeerd met wederom een klein strookje plastic (links op de foto zichtbaar). Ook nu moet je de afmetingen vaststellen aan de hand van de ruimte die je gemaakt hebt.

Hierna is het valluik gemonteerd en klaar om in de onderbouw van de toren te worden ingebouwd.

Foto 005

3 – Bouwbeschrijving van de onderbouw

Voor een storttoren op een industrieterrein dient de toren aan de onderzijde te worden voorzien van een onderbouw. Deze is bedoeld om de goederenwagons toegang te geven tot het valluik. De onderbouw wordt gemaakt van balkjes balsahout van 3 x 3 mm. Deze maat kun je ook aanhouden voor een H0- of TT-toren.
Foto 006

Je maakt de onderbouw op basis van de afmetingen van je silo. Dat betekent dat je de omtrek van de silo even moet opmeten om daardoor de omtrek van de onderbouw te kunnen vaststellen. Je maakt een raamwerk – zie de foto – en moet nu alleen even rekening houden met de hoogte ervan. Voor spoor-N zal 3 cm hoogte goed zijn (kijk even of je hoogste locomotief er ook onderdoor kan) maar voor H0 of TT zul je naar 7 cm moeten gaan. Ook hier moet je proefondervindelijk vaststellen of de lok er onderdoor kan. Zeker bij stoomrangeerloks wil dit vanwege de schoorsteen nog wel eens problemen geven.
Verf de onderbouw in een grijze kleur. Doordat het slechts een geraamte is, kun je dit doen voordat je de onderbouw onder de silotoren plakt.
Het garen, dat zorgt voor de horizontale beweging van het luik, wordt naar de servomotor geleid via twee messing pijpjes van 3 mm doorsnede. De lengte wordt ook ter plekke bepaald door de hoogte van de onderbouw.
Foto 007

Op deze foto kun je zien hoe het messing pijpje aan weerszijden van de onderbouw wordt aangebracht (bij het rode plekje). Er is een pijpje aan de ene kant van de onderbouw én aan de andere kant om de schuifbeweging mogelijk te maken (de ene draad trekt de schuif open en de andere draad trekt daarna de schuif weer dicht).
Foto 008

Om het vallen van de korrels in de wagons iets te vergemakkelijken, kun je onder de schuif een trechter aanbrengen. Deze kun je vrij gemakkelijk maken van wat stevig karton.

4 – De LED verlichting

Boven de deur in de stortkoker is een klein gaatje geboord. Daarachter monteer je een LED en indien nodig voeg je een klein glasvezel draadje toe om het licht van de LED beter naar de uitgang (het gaatje) te geleiden.

Foto 009
Plaats ook een LED bovenin de onderbouw om het stortproces te belichten.

5 – Stortkorrels maken

Je kunt de stortkorrels het beste maken van boetseerklei. Rol uit een pak klei van de firma DAS (het heeft een terracotta kleur) korrels alsof je gehaktballetjes voor de soep maakt. Voor spoor-N krijgen ze een doorsnede van circa 2 mm, voor HO wordt dat 5 mm en voor TT 4 mm. Ze hebben voldoende eigen gewicht en zullen door hun ronde vorm gemakkelijk gestort kunnen worden.
Het kost wel even wat tijd om voldoende korrels te draaien. Andere oplossingen kunnen kleine ronde kralen zijn. Peperkorrels – ook gesuggereerd – zijn misschien toepasbaar in H0 en TT maar zullen op den duur gevoelig blijken te zijn voor vocht. En geen enkele modelbaan is natuurlijk helemaal damp- en vochtvrij….
Foto 010

6 – Stortwagons geschikt maken voor de sensor

Je kunt voor de stortwagons zowel open bakwagens nemen (kolenbakken, zou men vroeger zeggen) of de speciale hoge wagons met licht oplopende zijwanden. Vaak zijn ze op beurzen en op marktplaats voordelig te verkrijgen.
Voordat je aan de wagons begint, moet je eerst op de plaats waar de storttoren komt te staan in de bodemplaat een opening maken. Dit om bij een eventuele stort-storing de op de rails vallende korrels via deze opening te kunnen opvangen. Het beste is om er onder de tafel een bakje voor aan te brengen of een afneembare zak.
Tip: Bouw de toren op een aparte onderplaat, die je later in of op de modelbaantafel monteert. Wanneer je hiervoor een dun plaatje trip[lex gebruikt, kun je veel van de hier beschreven handelingen gemakkelijk uitvoeren. Zaag in je treintafelblad een gat dat iets kleiner is dan de triplexplaat en monteer het gereed gekomen product op de treintafel boven dat gat. Je kunt dan bij een eventuele storing van de servo of kapot getrokken draden relatief gemakkelijk deze storing verhelpen. Hetzij door onder de tafel door het gat de storing te verhelpen, hetzij door de triplex plaat even los te schroeven en na het verhelpen van de storing weer te bevestigen. De licht oplopende rails – het triplex is hoger dan de tafelplaat – kun je ondersteunen met wat stukjes karton, die je later verft of bestrooit met beddingmateriaal. Omdat hier sprake zal zijn van straatspoor kun je de op- en aflopende rails ook voorzien van een klinkerbestrating of zogeheten Stelcon platen.
Maar er is nog iets. Onder de rails wordt straks een infrarood sensor aangebracht. Wanneer de stortwagon precies onder het valluik staat, registreert deze sensor dit en die wijzigt dan het groene licht – zie hierna bij het aansluitschema – in rood. Voor het activeren van de IR-sensor wordt aan de onderzijde van elke stortwagon een aluminium strookje geplakt. Gebruik hiervoor aluminium folie uit de keuken.
Foto 011

7 – Montage van de servomotor

De bij AliExpress aangeschafte servomotor wordt onder de baan gemonteerd. Eén zijde van het garen gaat naar de arm van de servomotor en de andere kant gaat naar een vast punt onder de tafel via een stalen veertje (dat kan bijvoorbeeld uit een ballpoint komen). Op de foto kun je zien hoe een en ander wordt gemonteerd.
Foto 012
Het garen dat uit de messing pijpjes komt, wordt over een wieltje en over een asje geleid.
Foto 013
Maak uit een plaatje aluminium (verkrijgbaar in de bouwmarkt) een hoekstukje. Je hebt het nodig om de servomotor aan te kunnen bevestigen. Voor spoor-N is de lengte ervan 6 cm, de breedte is 2 cm en de hoogte is ook 2 cm. Voor H0 en TT kun je deze afmetingen verdubbelen.
De uitsparing moet je proefondervindelijk bepalen door de servomotor te gaan ‘passen’.
Foto 014
Maak een tweede hoekstukje uit je aluminium plaatje om het uitzwaaien van de servo-arm te begrenzen. Dit voorkomt dat het garen kapot getrokken wordt.
Foto 015

8 – Montage van de sensor

De eveneens bij AliExpress aangeschafte infrarood sensor heeft 3 aansluitdraden. Eentje voor de 5V voeding plus en eentje voor de 5V voeding min alsmede eentje voor de stuurdraad, die direct via een relais op de 5V plus wordt aangesloten.
Let even op en bekijk de foto zorgvuldig! Je kunt namelijk de diodes op de printplaat los maken en ze daarna aan de onderzijde van de printplaat weer monteren. Doe dit zodanig dat de top van de diodes door de rails heen schijnen. Isoleer ze van elkaar met een krimpkous.
Foto 016
Met de instelpotmeter kan de gevoeligheid worden ingesteld. Dit wordt weer een proefondervindelijk karweitje.
In het schema hierna kun je zien hoe een en ander met elkaar wordt verbonden.
Foto 016

9 – Aansluit- en printschema van de servo aansturing

Foto 017
Foto 018
10 – Benodigdheden voor de servo aansturing
• Een 5 volts voeding – bijvoorbeeld een overtollige lader van een mobiele telefoon of een set batterijen
• Een printplaat met 17 banen horizontaal en 12 gaatjes verticaal
• 2 potmeters van elk 1 kOhm
• 1 diode type 1n4001
• 1 drukschakelaar
• 1 servomotor
• 1 IC NE555
• 1 IC voetje
• 2 condensatoren 1 uF en 0,1 uF
• 3 weerstanden 560 Ohm, 1,5 kOhm en 22 kOhm.

Ik wens je veel succes met de bouw!
Noot: Ditzelfde artikel staat – met alle foto’s en schema’s – in het Ledengedeelte (oftewel in de Modeltreinenclub.nl. Mocht je nog geen lid zijn kun je hier lid worden: Klik hier) waar dus ook die foto’s en schema’s kunnen worden gedownload. Het artikel is te vinden in de rubriek Inspiratie/scenery.

Dit artikel is tot stand gekomen met steun van Ruud de Veld (zijn artikel dateert van 4 juni 2020 en is te vinden op de website https://landsend.000webhostapp.com/index.html)
Koen Kuijpers