Laadperron of verhoogde kop- en zijlading?
We gaan even terug in de tijd. Tot diep in de jaren zeventig van de vorige eeuw reden er veel en lange goederentreinen rond in ons land (in de andere Europese landen overigens nog steeds), die uit gesloten en open – zelfs geheel vlakke – twee- en vierassige wagens bestonden. De gesloten wagons werden volgestouwd met stukgoed, wat wil zeggen dat je als bedrijf of als burger naar het kantoortje van de laadmeester van Van Gend & Loos ging – bij ieder groter station had je zo’n kantoortje met daarachter een grote goederenloods – en daar je pakket(ten) afgaf. Die kregen een bestemmingslabel en werden in de wagon gezet die dat station als eindbestemming had.
De goederentrein werd samengesteld – voor bestemmingen in de regio werd een buurtgoederentrein geformeerd en voor langere afstanden een nationale goederentrein – en in de nacht reden de goederentreinen naar de verschillende buurt- of grote stations, waar wagons voor een bepaalde bestemming werden afgekoppeld en weer samengesteld met wagons die van andere richtingen waren aangevoerd.
Om je een indruk te geven: in Leeuwarden (of Groningen, Zwolle, Alkmaar, om er maar een paar te noemen) kwamen buurtgoederentreinen uit Stavoren, Harlingen, Sneek en Drachten aan. Pakketten met bestemmingen in die kleinere steden of de dorpen daar omheen werden in Leeuwarden gesorteerd en in de goederenwagons geladen die naar die kleinere steden terugkeerden of er speciaal voor bestemd waren. Pakketten voor andere delen van het land gingen met de nationale goederentrein voor Zwolle mee, werden daar overgeladen in wagons met bestemming Groningen, Amsterdam, Utrecht, Maastricht, Middelburg, Den Haag en verder. De volgende morgen stonden die wagons langs de loods in deze steden en daar werden ze weer gesorteerd voor lokaal transport naar de eindbestemmingen of voor verzending naar buitenlandse ‘hubs’. Vervoerder Van Gend & Loos had eigen vrachtwagens voor het distributieproces in de regio’s. Maar er werden ook vrachtwagens ingezet van andere – lokale – vrachtrijders.
.
Die vrachtwagens stonden uiteraard niet langs het laadperron aan de spoorzijde maar aan de andere kant van de loods aan de wegzijde. Wat dat betreft is er nog niet zo heel veel anders met de tegenwoordige tijd, waar vrachtwagens achterwaarts tegen laaddeuren van grote loodsen (magazijnen, distributiecentra) worden gezet. Alleen had je toen dus lange laadperrons waar de vrachtwagens vanwege smalle weggedeelten veelal in de lengterichting naast het laadperron werden geparkeerd met de laadklep op dezelfde hoogte als het laadperron.
De pakketten werden met steekwagens (later werden dat palletwagens en pakketten op pallets gegroepeerd) over de laadklep van de vrachtwagen het laadruim van de trailer binnen gereden. Bij de klant werden de voor hem bestemde pakketten met de steekwagen (palletwagen) op de laadklep gezet, die dan naar beneden scharnierde tot op straatniveau. De chauffeur bracht de dozen met goederen naar de winkel of het magazijn van de klant.
Het complete artikel kun je vinden in de modeltreinenclub.nl Mocht je nog geen lid zijn kun je hier lid worden: Klik hier) waar dus ook die foto’s en schema’s kunnen worden gedownload. Het artikel is te vinden in de rubriek Inspiratie/aanleg-van-een-modelbaan.