In de schalen 0, G, S, I en II werk je veelal met koppelingen die door de fabrikanten van de los verkrijgbare draaistellen worden meegeleverd. Ze zijn vaak niet gestandaardiseerd maar door de schaalgrootte van de rijtuigen, wagons en locomotieven is het geen probleem om hier met enige zelfwerkzaamheid een oplossing voor te vinden.
In de schaal H0 is er voor een deel sprake van standaardisatie in de koppelingen. In ieder geval voor loks, rijtuigen en goederenwagons. Wie met het wisselstroomsysteem van Märklin rijdt, zal merken dat er probleemloos kan worden gekoppeld. Je hebt immers uitsluitend Märklin-producten om mee te rijden. Of producten van andere fabrikaten die doordat ze geschikt zijn voor het wisselstroomsysteem – door deze fabrikanten worden aangeboden met passende (Märklin) koppelingen.
In de gelijkstroomuitvoering (H0) is er sprake van onderlinge uitwisselbaarheid bij veel merken. Ouder materieel van bijvoorbeeld Lima en Jouef heeft koppelingen die nagenoeg probleemloos aanhaken bij de koppelingen van Fleischmann, Roco, Piko, etc. Moderner rollend materieel heeft vaak de mogelijkheid om de standaard koppeling te vervangen door een zogeheten kortkoppeling. Hiermee maak je de afstand tussen rijtuigen, lok en goederenwagons onderling kleiner, waardoor je een zeer natuurgetrouw rijgedrag nabootst. Denk er wel om dat je ruime bogen toepast op de modelbaa, want vooral lange vierassige rijtuigen met kortkoppeling willen nog wel eens uit de boog lopen wanneer die te krap is!
De uitwisselbaarheid van koppelingen in N-spoor wordt een beetje lastig. En wel hierom. Er is binnen N-spoor wel sprake van vergaande standaardisatie bij de fabrikanten inzake wielen (flenshoogte, flensdikte, wielafmetingen) en inzake stroomopname systemen. Daardoor kun je bijvoorbeeld een Arnold (uitsluitend fabrikant van N-spoormateriaal) trein over Fleischmann rails laten rijden. Maar bij de koppelingen ligt dit wat gevoeliger.
Een fabrikant van N-spoor (of Z hetgeen Märklin is of van T-Gauge) maakt zijn eigen koppelsysteem en bijvoorbeeld het Arnold-naaldsysteem benadert de ‘echte’ Scharfenberg-koppeling in behoorlijke mate. Maar de anderen (Minitrix, Fleischmann Piccolo, etc) gebruiken een eigen koppelsysteem en dat is ook wel een klein beetje bedoeld om ‘gedwongen winkelnering’ toe te passen.
Men heeft immers liever dat je alles van Arnold of Minitrix of Fleischmann Piccolo koopt en niet onderweg gaat shoppen… Wil je echter N-materieel van verschillende merken ondanks problemen gevende koppelingen toch samen gebruiken in één trein, dan kun je kijken of je een (tweedehands) rijtuig op de kop kunt tikken en daar dan de draaistellen met hun specifieke koppeling (bijvoorbeeld de naaldkoppeling van Arnold) af kunt halen. Of ze probleemloos kunnen worden overgezet op een Fleischmann Piccolo wagen of die van Minitrix, durf ik niet zomaar te zeggen. Vaak moet je wat experimenteren om draaistellen van het ene merk passend te maken voor het andere merk. Maar je kunt het proberen!