Grote stoomlocomotieven, bedoeld voor lange afstanden, konden die afstanden alleen probleemloos afleggen door het meenemen van grote voorraden water en kolen. Dot werd gedaan in aan speciaal ontworpen aanhanger van de lok, de zogenoemde tender. Aan de voorzijde van de tender was een schuifdeur gemaakt waaruit de stoker de kolen schepte en een flexibele slang maakte het mogelijk water uit de tender naar de stoomketel van de locomotief te brengen.
Er zijn ook langeafstands stoomlocomotieven o.a. in UK die rijdend water opnemen uit een zeer lange waterbak tussen de rails, door onder de tender een soort schep in het water te laten zakken. Door de snelheid van de trein wordt het water opgestuwd en verzameld in de tender.